Financiële kengetallen van de gemeente Hulst
Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 | Mjr. 2024 | Mjr. 2025 | Mjr. 2026 | ||
1 | Netto schuldquote | 74,43% | 60,24% | 75,85% | 71,08% | 66,08% | 61,09% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen | 64,56% | 59,14% | 76,91% | 72,14% | 67,13% | 62,13% | |
2 | Sovabiliteitsratio | 18,98% | 21,25% | 19,00% | 20,02% | 21,46% | 23,07% |
3 | Structurele exploitatieruimte | 0,07% | 0,76% | 2,00% | 5,00% | 7,00% | 1,00% |
4 | Grondexploitatie | 2,25% | 4,55% | 3,50% | 3,50% | 3,50% | 3,50% |
5 | Belastingcapaciteit | 107,99% | 106,29% | 94,83% | 94,83% | 94,83% | 94,83% |
Ad 1 De netto-schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen.
Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten er zijn waardoor een begroting minder flexibel wordt. De norm van de VNG ligt tussen 0 en 100. Boven een netto-schuldquote van 100 is de situatie kritiek. Er blijft dan weinig leencapaciteit over om de gevolgen van financiële tegenvallers door bijvoorbeeld een economische recessie op te vangen.
Netto-schuldquote | = | (langlopende schulden + kortlopende schulden + crediteuren + overlopende passiva) -/- (langlopende uitzettingen + kortlopende vorderingen +liquide middelen + overlopende activa) |
---|---|---|
totale baten voor bestemming |
Norm Hulst | ||
---|---|---|
Laag | tot 100% | |
Gemiddeld | 100% tot 130% | |
Hoog | hoger dan 130% |
Ad 2 De solvabiliteitsratio geeft aan de mate waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen (algemene reserve+ bestemmingsreserve + resultaat baten en lasten) als percentage van het totale balanstotaal. Bij een solvabiliteitsratio >80% is in de meeste gevallen sprake van een gemeente die per saldo geen schulden heeft.
Solvabiliteitsratio | = | Eigen vermogen (algemene reserve + bestemmingsreserve + nog te bestemmen resultaat |
---|---|---|
balanstotaal |
Norm Hulst | ||
---|---|---|
Laag | tot 20% | |
Gemiddeld | 20% en 50% | |
Hoog | hoger dan 50% |
Ad 3 Het financiële kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om de structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er ruimte is voor nieuw beleid. Het toekomstperspectief m.b.t. de structurele exploitatieruimte is positief.
Norm Hulst | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Laag | structureel ratio kleiner dan 0% (van AU+integratie- en decentralisatie- uitkeringen) | ||||||
Gemiddeld | structureel ratio tussen 0% en 0,6% (van AU+integratie- en decentralisatie- uitkeringen) | ||||||
Hoog | structureel ratio hoger dan 0,6% (van AU+integratie- en decentralisatie- uitkeringen) |
Ad 4. Het financiële kengetal “grondexploitatie” geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde) is ten opzichte van de jaarlijkse baten.
Grondexploitatie | = | boekwaarde in- en nog niet in exploitatie genomen gronden |
---|---|---|
totale baten voor bestemming |
Een norm bepalen voor het kengetal grondexploitatie is lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk nog niets over de relatie tussen de vraag en aanbod van woningbouw dan wel m2-bedrijventerrein.
De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel middelen heeft gestopt in haar grondexploitatie. Dit geld dient namelijk ook nog terugverdiend te worden. Om deze redenen is er geen norm verbonden aan het kengetal grondexploitatie.
Ad 5. Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde (jaar t-1). Wanneer het kengetal uitkomt op ongeveer 100% betekent dit dat de woonlasten van de betreffende gemeente overeenkomt met het landelijke gemiddelde van een jaar eerder.