Programma 07 Milieu

Speerpunten Programma

WAT WILLEN WE BEREIKEN

In 2030 ligt er voor alle kernen een plan voor een toekomst bestendige waterhuishouding. In de komende jaren tot 2050 zullen de hierin opgenomen maatregelen uitgevoerd worden.

Wat gaan we ervoor doen:

Uitvoeren van minimaal 1 SWO (stedelijke wateropgave) onderzoek per jaar.

Planning:

In 2023 zal samen met waterschap Scheldestromen de nog resterende kernen ingepland worden.

Indicator:

Uitvoeren en afronden van minimaal 1 SWO (stedelijke wateropgave) onderzoek per jaar, inclusief het vaststellen van de rapportage met daarin maatregel aanbevelingen door het college (voor kennisgeving voorleggen aan de Raad).

Financiële middelen:

De dekking van de kosten van de maatregelen vindt plaats binnen de beschikbare middelen in het VGRP 2022-2026 (verbreed gemeentelijk rioleringsplan) en de investeringsplannen die betrekking hebben op de openbare ruimte. De maatregelen worden opgenomen in de operationele programma's.

Risico's:

Het onderzoek is er juist op gericht om de maatregelen te nemen die risico's op overlast moeten beperken.

Verbeteren van de beeldkwaliteit op het gebied van afval en vervuiling in de openbare ruimte.

Wat gaan we ervoor doen:

Het huidige netwerk aan afvalbakken en de (zwerf)afval inzameling verbeteren.

Planning:

Blijvend monitoren van het afvalbakkennetwerk en zonodig bijsturen. Tevens wordt er minimaal éénmaal per jaar een zwerfvuilmonitoring uitgevoerd ter indicatie van de mate van vervuiling van de openbare ruimte met zwerfvuil.

Indicator:

Aantal meldingen "afval en vervuilingen" uit het KCS systeem (streven naar minder dan 500 in 2023).

Financiële middelen:

Er is in de begroting 2023 een beperkt budget beschikbaar voor de vervanging van de bestaande voorziening. In het geval dat deze voorziening moet worden aangepast/verbeterd zal het college en gemeenteraad worden gevraagd extra budget hiervoor beschikbaar te stellen.

Risico's:

In principe geen risico's.

In 2025 voldoen aan de VANG doelstellingen van 100 kg/inw/jaar (uitgaande van uitstel op de VANG 2020).

Wat gaan we ervoor doen:

Evaluatie van de afvalinzameling 2017 – 2022 en uitwerken van verbetervoorstellen voor 2023 (welke vallen binnen de bestaande afvalverordening – 1e kwartaal). Uitwerken van nieuwe mogelijkheden voor het afvalbeleid, om zo tot een verbeterde inzameling en afvalscheiding te komen in 2024. Hierover afspraken maken met de uitvoeringsdienst (1e t/m 4e kwartaal 2023).

Planning:

Zie "Wat gaan we ervoor doen".

Indicator:

Terugbrengen van de hoeveelheid restafval per inwoner per jaar tot maximaal 150 kg/inw/jaar in 2023 en 130 kg/inw/jaar in 2024.

Financiële middelen:

De gekozen maatregelen moeten worden gedekt binnen de exploitatie.

Risico's:

Het Rijk heeft meerdere keren aangeven extra belasting te gaan heffen op het restafval.

Transitievisie Warmte vaststellen dat geniet van een breed draagvlak binnen de samenleving.

Wat gaan we ervoor doen:

Bestuurlijke besluitvorming. Bepalen van de uitgangspunten. Inzicht in duurzame warmteoplossingen. Kennisuitwisseling. Uitvoeringsstrategie. Informatieverstrekking, publicaties en (digitale) bijeenkomsten voor bedrijven en inwoners. Stimuleren van eigenaren tot woningverbetering en energiebesparing.

Planning:

  • Wijkfasering en prioritering – jan/apr 2021.
  • Uitvoeringsstrategie – mei/juli 2021.
  • Bestuurlijke besluitvorming – aug/okt 2021.

Indicator:

De Transitievisie Warmte vastgesteld ultimo 2021. Uitvoering in 2022 en verdere jaren.

Financiële middelen:

Binnen de begroting zijn budgetten beschikbaar om uitvoering te geven aan de werkzaamheden voortkomend uit het projectplan voor de Transitievisie Warmte.

Risico's:

  • Onvoldoende stimulerende maatregelen voor daadwerkelijke uitvoering.
  • Onvoldoende draagvlak binnen de samenleving.
  • Onvoldoende aanvullende maatregelen voor woningeigenaren zonder voldoende financiële middelen.

CO2 besparing in de gebouwde omgeving door informeren, stimuleren en faciliteren. Doelstelling is 49% CO2 besparen in 2030.

Wat gaan we ervoor doen:

  • Inwoners en bedrijven informeren over de nut en noodzaak van CO2 besparing.
  • Inwoners en bedrijven stimuleren tot het uitvoeren van acties zoals isoleren, opwekken duurzame energie en installeren van zuinige installaties door middel van een doelgroepgerichte aanpak.
  • Opstellen ‘(wijk)uitvoeringsplan’ conform de Transitievisie Warmte, hierin gemeentelijke acties benoemen.
  • Opstellen ‘uitvoeringsstrategie’ in samenwerking met de RES-regio, hierin bovengemeentelijke acties opnemen ten behoeve van schaalvoordeel, slimme samenwerking en kennisuitwisseling.

Planning:

  • Informeren en stimuleren zijn doorlopende acties.
  • Het opstellen van een (wijk) uitvoeringsplan vindt plaats wanneer er voldoende draagvlak is, voldoende wettelijke basis of voldoende koppelkansen met andere werkzaamheden, in ieder geval voor 2026.

Indicator:

  • Energielabel woningen.
  • Gemiddeld gasverbruik woningen.
  • CO2 uitstoot (via klimaatmonitor).

Financiële middelen:

Er zijn financiële middelen gereserveerd voor het opstellen van wijkuitvoeringsplan en de uitvoeringstrategie. Vanuit de rijksoverheid zullen aanvullende middelen structureel nodig zijn voor de organisatie en uitvoering hiervan (conform advies Raad voor Openbaar Bestuur).

Risico's:

  • Onvoldoende draagvlak om acties uit te voeren om CO2 uitstoot voldoende te beperken.
  • Onvoldoende middelen (subsidies) om de inwoners en bedrijven te stimuleren om deze acties uit te voeren.

Bestrijden van energiearmoede.

Wat gaan we ervoor doen:

  • Doelgroep benaderen en motiveren tot het (laten) plaatsen van energiebesparende maatregelen.
  • Eigenaren van een particuliere woning met een laag energielabel benaderen en stimuleren tot het uitvoeren van isolatiemaatregelen.

Planning:

  • Conform de voorwaarden van de Rijksoverheid worden de energiebesparende maatregelen vóór 2024 uitgevoerd.
  • Conform de voorwaarden van de Rijksoverheid (Nationaal Isolatie Programma) worden de isolatiemaatregelen structureel tot 2030 uitgevoerd.

Indicator:

  • Minder energiearmoede (in relatie tot inflatie en stijging energieprijzen).
  • Energielabel woningen.
  • Gemiddeld gasverbruik woningen.

Financiële middelen:

Via een ‘Specifieke Uitkering’ is € 558.664 beschikbaar gesteld om energiearmoede te bestrijden. Op basis van een meerjarig isolatieprogramma tot 2030 kunnen we middelen aanvragen bij Nationaal Isolatieprogramma van de Rijksoverheid.

Risico's:

  • Onvoldoende draagvlak bij de doelgroep om energiebesparende maatregelen uit te voeren.
  • Onvoldoende gekwalificeerde personen voor het uitvoeren van energiescans, de organisatie en/of de uitvoering.
  • De werkwijze is ongeschikt om de doelgroep te ondersteunen.

CO2 besparing in mobiliteit. Doelstelling is 49% CO2 besparen in 2030.

Wat gaan we ervoor doen:

  • Continuering uitvoering laadpalenbeleid.
  • Reduceren fossiele autokilometers door inzet van elektrische deelauto’s en deelfietsen.
  • Opstellen roadmap (snel) laadinfra voor bedrijfsterreinen en wegtransport.
  • Samen met stakeholders gemeenschappelijke doelen bepalen en de kansen voor samenwerking onderzoeken.
  • Vervangingsplan voor het stapsgewijs verduurzamen van het gemeentelijk wagenpark

Planning:

  • In 2022/2023 samen met stakeholders onderzoeken of een pilot met elektrische deelfietsen of deelauto's kansrijk is.
  • In 2022/2023 een Hulsterse roadmap opstellen aan de hand van landelijke en Zeeuwse onderzoeken.
  • In 2023 een vervangingsplan voor het gemeentelijk wagenpark opstellen.

Indicator:

  • Geregistreerde elektrische auto’s.
  • Aantal (Semi) publieke laadpunten.

Financiële middelen:

Risico's:

  • Economische stilstand bij bedrijven door een tekort aan (snel)laadinfrastructuur voor bedrijfsvoertuigen.
  • Onvoldoende bereidheid bij ondernemers om te participeren in een pilot voor een deelauto of deelfietsen.
  • Onvoldoende financiële middelen voor een haalbare businesscase.

Opwek en gebruik van duurzame energie. Doelstelling is 3 TWh in 2030 binnen Zeeland (RES regio).

Wat gaan we ervoor doen:

  • Continuering project Zon-op-Dak.
  • Opstarten project kleinschalige windmolens.
  • Monitoring netcapaciteit.
  • Monitoring ervaringen integraal programmeren (project REIS).
  • Ambitievorming duurzame opwek gemeente Hulst 2030/2040/2050 ten behoeve van het aanpassen en vergroten van de netcapaciteit.

Planning:

Stimuleren van kleinschalige windmolens start in 2023 zodra het toetsingskader is vereenvoudigd. Ambitievorming van duurzame opwek start eind 2022.

Indicator:

  • Hernieuwbare energie.
  • Vermogen zonne-energie.
  • Opgewekte zonne-energie.

Financiële middelen:

Risico's:

  • Wanneer de uitbreiding van de netcapaciteit te laat tot stand komt, treden er netwerkproblemen op en zullen noodzakelijke verduurzamingsmaatregelen van bedrijven niet kunnen plaatsvinden.
  • Onvoldoende draagvlak voor het opwekken van duurzame energie.
  • Onvoldoende middelen /rendement voor het opwekken van duurzame energie.
  • Onvoldoende sturingsmogelijkheden bij integraal programmeren van de netcapaciteit.
Deze pagina is gebouwd op 11/30/2022 10:49:03 met de export van 11/30/2022 10:43:05