Paragrafen

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Rioleringen

Kerncijfers

  • Riolering (vrijverval, druk, persleiding)   309   km
  • Gemalen    60 stuks
  • IBA’s klasse 3   33 stuks
  • IBA’s klasse 2   26 stuks
  • Kolken   13.750 stuks
  • Drukrioleringsunits   472 stuks
  • Bergbezinkbassins   8 stuks
  • Bergbezinkleidingen   2 stuks
  • Totale vervangingswaarde rioolstelsel (prijspeil 2021)   € 197.500.000

Op dit moment zijn verschillende exploitaties bij projectontwikkelaars in ontwikkeling. Zodra deze overgedragen worden aan de gemeente komen er nog verschillende kilometers riolering bij.

Beleid
De zorgplicht voor stedelijk afvalwater is een gemeentelijke taak die is vastgelegd in de Wet milieubeheer. In deze wet is verder vastgelegd, dat gemeenten verplicht zijn om een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) op te stellen, waarin zij hun beleid voor de rioleringszorg vaststellen.
In juni 2021 is de planperiode, visie, speerpunten en ambitieniveau voor het VGRP 2022-2026 vastgesteld. In februari 2022 is het VGRP 2022-2026 vastgesteld.
Er zijn drie hoofddoelen die ten grondslag liggen aan de gemeentelijke zorg voor de inzameling en het transport van afvalwater:
•   duurzame bescherming volksgezondheid;
•   handhaving goede leefomgeving;
•   duurzame bescherming van natuur en milieu.

De door de raad vastgestelde missie voor het VGRP 2022-2026 is:
Het realiseren van een duurzame, doelmatige en toekomstgerichte invulling van de rioleringszorg, waarin de bescherming van de volksgezondheid, het streven naar het voorkomen van wateroverlast en een goede kwaliteit en kwantiteit van grond- en oppervlaktewater gewaarborgd zijn.

Deze missie vertaalt zich als volgt naar de visie voor de komende planperiode:
Het hebben en houden van een duurzaam, veilig, gezond, robuust en toekomstbestendig
(grond)water- en rioleringssysteem in zowel het bebouwde gebied als het buitengebied van de gemeente Hulst.

Deze algemene beweegredenen voor de rioleringszorg worden in het kader van het verbreed GRP 2022-2026 Hulst vertaald naar de onderstaande doelen. Daarbij is rekening gehouden met de verbreding van de gemeentelijke zorgplichten volgens de Waterwet naar de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater.

  1. Doelmatige inzameling van het binnen het gemeentelijk gebied geproduceerde stedelijk afvalwater.
  2. Doelmatige inzameling van het hemelwater en overtollige grondwater dat niet mag of kan worden gebruikt voor de lokale waterhuishouding.
  3. Transport van het ingezamelde afvalwater, hemelwater en grondwater naar een geschikt lozingspunt.
  4. Voorkomen van ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem en grondwater.
  5. Zo min mogelijk overlast voor de omgeving veroorzaken.
  6. Doelmatig beheer en een goed gebruik van de gemeentelijke voorzieningen tegen de laagst maatschappelijke kosten.

De indicatie voor vervanging van een rioolleiding vindt plaats op basis van de verwachte gemiddelde levensduur, gecombineerd met de resultaten van de uitgevoerde riool-inspecties. Voor de gemiddelde levensduur van de voorzieningen wordt uitgegaan van de onderstaande gegevens.

•   Vrijverval riolering                      60 jaar
•   Gemalen bouwkundig    60 jaar
•   Gemalen elektrisch/mechanisch    15 jaar
•   Persleidingen    60 jaar

Door het actueel houden van het beheerpakket met nieuwe inspectiegegevens is er inzicht in de actuele situatie van het rioleringssysteem. Daarmee is ook de omvang van de achterstallige vervangingen beter in beeld gekomen. Deze achterstand is aanzienlijk en vergt een inhaalslag voor rioolvervangingen op korte termijn.

De gemeente Hulst kiest ervoor om het achterstallig onderhoud weg te werken binnen één levensduurcyclus van het gehele rioleringssysteem. Met andere woorden: De achterstallige vervangingen, worden over een periode van circa 60 jaar vervangen. Door jaarlijks een klein deel van de achterstallige vervangingen in te lopen, wordt na circa 60 jaar een break-evenpoint bereikt.

Voor het opstellen van de concrete planning voor de planperiode van dit verbreed GRP is rekening gehouden met het combineren van vervanging van de riolering met rehabilitatie van wegen, de risico’s die de gemeente loopt bij instortende riolen, maatregelen in het kader van het basisrioleringsplan of toekomstbestendige waterhuishouding, mogelijkheden om de riolering te renoveren en noodzakelijke afkoppeling van verhard oppervlak. Door beperkte middelen voor rehabilitatie van de wegen in combinatie met de risico’s voor instorten van riolering zal afstemming niet altijd mogelijk zijn.

Op basis van de bovenstaande uitgangspunten is een vervangingsplanning gemaakt voor de komende planperiode. Op basis van de bijstelling van de planning in het kader van de tussentijdse kostenherrekening, ziet de planning voor de komende periode er als volgt uit.

Meerjarenraming

uitvoering 2023

uitvoering 2024

uitvoering 2025

uitvoering 2026

RWA = regenwaterafvoer

DWA = droogwaterafvoer

Investeringen 2023

DWA 60

611.056

RWA 60

601.223

DWA 15

353.867

RWA 15

19.200

Totaal 2023

1.585.346

-

-

-

Investeringen 2024

DWA 60

1.211.824

RWA 60

1.201.991

DWA 15

353.867

RWA 15

19.200

Totaal 2024

-

2.786.881

-

-

Investeringen 2025

DWA 60

1.607.715

RWA 60

1.597.881

DWA 15

353.867

RWA 15

19.200

Totaal 2025

-

-

3.578.663

-

Investeringen 2026

DWA 60

1.716.880

RWA 60

2.107.047

DWA 15

353.867

RWA 15

19.200

Totaal 2026

-

-

-

4.196.994

Totaal alle investeringsjaren

1.585.346

2.786.881

3.578.663

4.196.994

Financieel kader
In de begroting worden de middelen voor het dagelijks onderhoud van de riolering opgenomen. Jaarlijks wordt een operationeel programma opgesteld waarbij de gemeenteraad budget wordt gevraagd voor de uit te voeren rioleringswerken in het betreffende begrotingsjaar. De kosten van de riolering worden gedekt uit de opbrengsten rioolheffing. Voor zover de lasten hoger/ lager zijn dan de opbrengsten vindt egalisatie plaats middels de voorziening riolering (investeringen). De  rioolheffing is binnen de meerjarenraming kostendekkend.

Aangaande het vastgestelde VGRP is de besluitvorming over de stijging van de rioolheffing (waterheffing) uitgesteld om onderzoek te doen naar de nieuwe verordening rioolheffing van de VNG, een herverdeling van de rioolheffing die meer recht doet aan het gebruik van de riolering (afvalwater-hemelwater), verschuiving van maatregelen naar de openbare ruimte in verband met klimaatadaptatie en de mogelijkheden om de perceptiekosten te verminderen. Het voorstel voor de hiervoor benodigde aanpassing van de heffingsmaatstaf zal in 2022 worden voorgelegd. Voor het verbreed GRP 2022-2026 zal, rekening houdend met het huidige prijsniveau, een actuele berekening opgesteld worden in het kader van de kosten en kostendekking.

Knelpunten/risico’s
Zowel het reguliere beheer als de kapitaallasten verband houdende met vervangingsinvesteringen worden gedekt uit tarieven en/of de voorziening riolering. Er vindt jaarlijks afstemming plaats tussen het uitvoeren van werken in het kader van het VGRP en het MIP. In de toekomst dient het op elkaar afstemmen van noodzakelijke uitgaven en beschikbare middelen continu punt van aandacht te blijven.
De huidige enorme prijsstijgingen zullen ook gevolgen hebben voor de kosten en kostendekking van het rioolbeheer.

Ontwikkelingen
Door klimaatverandering ontstaan er langdurige natte periodes, korte hevige buien en langdurige droge periodes. De gevolgen hiervan kunnen niet alleen in de riolering opgevangen worden. Acceptatie van water op straat wordt noodzakelijk. Afgelopen jaren is in de SAZ+ een methode ontwikkeld hoe om te gaan met deze ontwikkelingen. Door gebruik te maken van de mogelijkheden welke een gebied heeft, zowel boven als onder de grond, kunnen de gevolgen zo goed als mogelijk opgevangen worden. De komende jaren zullen de onderzoeken naar het functioneren van de riolering, de stedelijke wateropgave en waterkwaliteitsspoor en klimaatontwikkeling gecombineerd worden. Hierbij wordt intensief samengewerkt met de buurgemeenten Sluis en Terneuzen.
Een bewuste keuze tussen vervangen en renoveren leidt tot kostenbesparingen.
Samenwerking in de regio en in Zeeland onder de paraplu van het SAZ+ en bij klimaatadaptatie leiden tot meer kennis, betere afwegingen, risicospreiding in de bedrijfsvoering en kostenefficiency.
De gevolgen van PFAS en Stikstof zijn tot nu toe beperkt gebleven.

Deze pagina is gebouwd op 11/30/2022 10:49:03 met de export van 11/30/2022 10:43:05